Het was midden jaren '80, ik was een jaar of zeven en zot van lakeien schoentjes. Deels omdat ik dacht dat ze gedragen werden door mensen die in een kasteel woonden en ook omdat ze zo mooi blonken. Ik droeg ze altijd en overal, behalve tijdens de zomervakantie. Dan liep ik op teenslippers of op klompen - van die witte met echte houten zolen - maar uiteraard mocht ik daarmee niet naar school, want je moet er toch wat fatsoenlijk bijlopen. Twee keer per jaar ging mijn moeder daarom met mijn oudere zus en mij schoenen kopen, steevast naar dezelfde winkel. En jarenlang wilde ik dus zwarte lakschoenen met een riempje en een zilveren gesp. Tot grote ergernis van ons ma, want die wist dat de neuzen van die schoenen binnen de kortste keren geen greintje lak meer hadden. Daarom probeerde ze iedere keer weer mij op andere gedachten te brengen (toen hoopte ze nog dat dat ooit zou lukken).
Ik herinner me vaag dat ze me eens toefluisterde dat ik iets anders moest kiezen, want 'deze zijn te rap versleten en we hebben geen geld om nog eens schoenen te kopen'. Daarop zei ik prompt: 'Schrijf dan een cheque.' Want, zo dacht ik als kind, ofwel betaalde je met echt geld ofwel met een cheque. Dat achter dat papiertje een bankrekening zat verscholen en hoe dat werkte, werd me pas later uitgelegd.
Tegen de tijd dat ik zelf geld uitgaf, had ik (soms) cash op zak en deed de bankkaart langzaam haar intrede. Een nieuw millennium stond voor de deur en cheques waren - net als mijn klompen en prinsessenschoentjes - iets uit de jaren '80.
En toen verhuisde ik naar de VS ... Een paar dagen na aankomst regelde ik ons appartement en botste ik op de eerste financiële miscommunicatie. Ik wilde onze huur maandelijks overschrijven met een domiciliëring.
'Dat is mogelijk,' zei de manager, 'maar dat kost $10 per maand extra.'
Ik begreep het niet en probeerde uit te leggen dat er geen meerkost kan zijn als het via de computer gaat.
'Toch wel,' zei de manager.
'Kan ik dat vermijden?' vroeg ik, want elke cent is er één en dat het leven duur is, is me ingegeven met de paplepel.
'Uiteraard,' zei de manager. 'Als je cash of met een cheque betaalt, is er geen extra kost.'
'Een cheque?' echode ik. 'Bestaat dat nog?'
De manager knikte en ik krabde peinzend aan mijn kin.
'Als ik via de computer betaal, kost het $10 per maand aan administratie. Maar als ik jou een papieren cheque geef, die jij aan de boekhouding moet geven, die die cheque moet innen en op een rekening moet storten, is het gratis?' redeneerde ik luidop. De manager knikte. 'Wat is de logica daarachter?' vroeg ik (omdat ik toen nog dacht dat een logische, efficiënte aanpak hier de standaard was).
Dat wist de manager niet, maar ze vertelde me wel dat ik cheques kon halen bij mijn bank. Toen ik dat gedaan had, leerde ze me ook hoe ik die correct moest invullen. Ze vond het best amusant, zo'n Europese madam die niet eens een cheque kon schrijven.
Dat is intussen al meer dan dertig cheques geleden. Kort na dat voorval heb ik me nog eens laten vangen toen me $16 werd aangerekend omdat ik betaalde met mijn gloednieuwe credit card.
'Transactiekosten,' zei de bediende opnieuw. 'Omdat je elektronisch betaalt. Als je dat wil vermijden, moet je cash of met een cheque betalen.'
Sindsdien heb ik dus altijd een cheque op zak. En wat cash. Zo waan ik me soms terug in de jaren '80. Des te meer omdat veel mensen hier rondlopen op klompen, maar dan plastieken en met gaatjes erin. Mij zal je nooit zien op Crocs, want die zijn spuuglelijk. Lakschoenen heb ik ook niet meer, maar dat prinsessenleven bevalt me aardig ...
x
V
留言